ImmuCell, een gebalanceerde mix van nucleotiden

ImmuCell is een gebalanceerde mix van de vier semi-essentiële nucleotiden Adenine, Cytosine, Guanine en Uracil en is een veilig en natuurlijk product afkomstig van het Saccharomyces Cerevisiae gist. Het product heeft een hoge zuiverheidsgraad, namelijk 60% nucleotiden. Al jaren suppleren we Nucleotiden om het immuunsysteem en de darmfunctie te versterken. Nucleotiden zijn tevens de bouwstenen van het DNA. Hoe zit dit precies en waar zijn nucleotiden goed voor? Hieronder leggen we het uit!

De opbouw van het DNA

DNA (desoxyribonucleïnezuur) is de bouwsteen van alles dat leeft. Simpele bacteriën hebben een beperkte genetische code en een beperkt aantal genen. Complexere organismen daarentegen hebben vele duizenden genen en een grotere genetische code. De genetische code van de mens en elk ander organisme ligt versleuteld in de opbouw van het DNA. De mens heeft ongeveer maar liefst 20.000 erfelijke eigenschappen en maken hierbij onderscheid tussen eukaryoten en prokaryoten. Het grootste verschil tussen eukaryoten en prokaryoten is het bezit van een celkern. Prokaryoten hebben een celbouw waarin het DNA niet omsloten wordt door een kernmembraan, maar vrij in het cytoplasma ligt. Andere celorganellen ontbreken hier ook. Eukaryoten zijn alle organismen waarvan iedere cel een celkern bevat. Naast een celkern waarin het DNA zich bevindt hebben de meeste eukaryotische cellen ook andere organellen, zoals mitochondriën en een golgi-apparaat. Daarnaast hebben prokaryoten vaak minder organellen dan eukaryoten en zijn ze minder ingewikkeld.

Wat zijn nucleotiden?

DNA en RNA is opgebouwd uit bouwstenen. Dit zijn de nucleotiden waarin erfelijke informatie ligt besloten. Er zijn zeer veel combinaties mogelijk en iedere combinatie geeft unieke, erfelijke informatie.

Nucleotiden bestaan uit een stikstofbase, een suikergroep en één of meerdere fosfaatgroepen. De vijf stikstofbasen die in het DNA en RNA voorkomen zijn Adenine (A), Cytosine (C), Guanine (G), Thymine (T) en Uracil (U). In het DNA komen echter alleen Adenine, Cytosine, Guanine en Thymine voor. Het RNA bevat geen stikstofbase Thymine maar wel de Uracil. De stikstofbasen zijn verbonden met een koolstofatoom van een suikergroep (BiNaS 71A). In het DNA is de aanwezige suikergroep Deoxyribose, in het RNA is de suikergroep Ribose. Beide suikergroepen zijn gevormd uit vier koolstofatomen en een zuurstofatoom.

Het verschil tussen Deoxyribose en Ribose is dat het Ribose-molecuul een OH-groep aan het tweede koolstofatoom gebonden heeft. Het Deoxyribose heeft echter aan het tweede koolstofatoom alleen een H-atoom gebonden (BiNaS 67H). De fosfaatgroep zit aan het vijfde koolstofatoom van de suikergroep. Deze verbindt zich vervolgens aan het derde koolstofatoom van de suikergroep van het vorige nucleotide.

De zo opgebouwde keten is de ruggengraat van het DNA. Het DNA en RNA vormt een streng met een tegenoverliggende streng van nucleotiden. Dit gebeurt door vorming van waterstofbruggen tussen de stikstofbasen. Cytosine (C), en Guanine binden in het DNA en RNA altijd met elkaar. De waterstofbruggen in het DNA ontstaan door vorming tussen Adenine (A) en Thymine (T). In het RNA echter bindt Adenine (A) met Uracil (U).

Het DNA-molecuul

Een DNA-molecuul bestaat dus uit een dubbele helix, die gevormd is uit twee lange strengen nucleotiden. Deze nucleotiden binden zich weer aan elkaar via de waterstofbruggen. De opbouw van het DNA is nog veel uitgebreider, maar we beperken ons in dit artikel tot dit deel.

Nucleotiden zijn semi-essentiële voedingstoffen, maar uit onderzoek blijkt dat nucleotiden eigenlijk essentiële voedingsstoffen zijn. Dit komt omdat snel groeiende weefsels zoals het darmepitheel en de lymfoïde cellen geen aanzienlijke capaciteit hebben voor de novo-synthese van nucleotiden. Deze weefsels hebben exogene bronnen van purine en pyrimidine basen nodig. Nucleotiden zijn belangrijk voor de normale ontwikkeling, celvernieuwing, rijping en herstel van cellen van o.a. het maag-darmkanaal en de immuniteit. Wanneer cellen zich delen – en dit gebeurt dagelijks heel veel – zijn er miljarden nucleotiden nodig om het DNA te reproduceren. In ons lichaam verbruiken we ook veel nucleotiden wanneer we eiwitten produceren. Nucleotiden in de voeding en/of suppletie zijn daarom een vereiste voor het reproduceren van het DNA, celproliferatie en weefselvernieuwing.

Nucleotiden en het immuunsysteem

Een goed werkend immuunsysteem houdt je gezond en voorkomt infecties en ziekten, terwijl een gezonde darm en zijn microbioom uitermate belangrijk is voor een perfect functionerend immuunsysteem. Om de immuniteit en het maag-darmstelsel gezond te houden zijn nucleotiden nodig. Onze immuniteit is een zeer ingewikkeld systeem. Het herkent bacteriën, virussen, lichaamsvreemde stoffen, kankercellen en gevaar en elimineert deze vervolgens. Wetenschappelijke onderzoekers zijn nog steeds niet tot de kern van het exacte functioneren van ons immuunsysteem doorgedrongen. Er is dan ook nog steeds veel onderzoek gaande en zeker betreft bepaalde ziekten die ontstaan door een niet juist werkend immuunsysteem. Wat wel inmiddels duidelijk is, is dat ons immuunsysteem en maag-darmstelsel absolute gezondheid moet behouden. En ImmuCell helpt daarbij als geen ander.

Falend immuunsysteem

Een falen en/of overbelast immuunsysteem veroorzaak vele ziekten en klachten. Dit kan door genetische overdracht zijn bepaald, waardoor er in hoofd- en subklassen van de immuniteitscellen chronische tekorten zijn ontstaan. Maar ook doordat de verschillende type cellen, betrokken bij de defensieve werking van het immuunsysteem problemen ondervinden in hun ontwikkeling of regeneratie. Verkeerde voeding, overmatige stress, te veel fysieke training, medicijngebruik en een ongezonde leefstijl veroorzaakt dit.

Al deze veeleisende omstandigheden, de celvernieuwing van het immuunsysteem en het maag- darmstelsel vereist Nucleotiden. ImmuCell werkt goed bij cognitieve problemen, omdat het functioneren van de immuniteit en het maag- darmstelsel hier direct invloed op heeft. Zoals gezegd levert ImmuCell de nucleotiden die nodig zijn voor o.a. de celregeneratie van de immuniteit en maag- darmstelsel. Suppletie met ImmuCell is een snelle en veilige manier om aan deze verhoogde behoefte aan nucleotiden te voldoen.

Het immuunsysteem en immuuncellen

Het immuunsysteem speelt een belangrijke rol in de communicatie tussen de barrières van het darmslijmvlies en de immuuncellen van zowel het adaptieve systeem en het aangeboren systeem. Het darmslijmvlies vormt de eerste barrière van het immuunsysteem. Het intact houden van de immuniteit en de eerste barrière van het immuunsysteem is daarom van groot belang en dus is suppletie met ImmuCell een hele goede toevoeging.

Systemen van het immuunsysteem

● Eerstelijns immuunsysteem: ​Gaat voornamelijk het binnendringen van bacteriën, virussen en schimmels tegen. De huid, de slijmlagen van luchtwegen, darmen en daarnaast ook alle lichaamsopeningen zoals de mond, spelen hierin een grote rol. Ongeveer 80% procent van de afweer van het immuunsysteem vindt plaats in de slijmvliezen. Daarom is een gezonde slijmvlies barrière van groot belang en ImmuCell werkt hierop in.

​● Tweedelijns of aangeboren immuunsysteem: Dit systeem heb je direct nadat je geboren wordt en DNA bepaald de werking hiervan. Het richt zich op de algemene afweer en op alle ziekteverwekkers die in het lichaam voorkomen. Het bestaat voornamelijk uit witte bloedcellen, maar kent geen geheugen. Ook in het aangeboren immuunsysteem ondersteunt ImmuCell de werking.

​● Adaptieve immuunsysteem: ​Is het verworven systeem wat wij in de loop van ons leven ontwikkelen. Dit door in aanraking te komen met verschillende ziekteverwekkers waar antistoffen tegen worden gemaakt. Daarom is een te grote hygiëne voor een kind, niet altijd aan te raden. Laat je kinderen lekker in de modder of zand spelen! Dit is bijzonder goed voor het aankweken van een goed adaptief immuunsysteem. Een goed adaptief immuunsysteem richt zich op specifieke ziekteverwekkers en kent hierin dus een geheugen. Via doorgemaakte infecties zal de immuniteit getraind worden tegen dezelfde ziekteverwekker en direct het juiste verweer hebben.

Stress en het immuunsysteem

Het sympathisch zenuwstelsel activeert het immuunsysteem bij acute stress. Hierdoor is het voorbereid op mogelijke verwondingen en besmettingen die zich tijdens een (fysieke) vecht of vlucht situatie kunnen voordoen. Acute stress activeert voornamelijk het aangeboren immuunsysteem, welke verantwoordelijk is voor de acute fase ontstekingsrespons. Het gevolg van voortdurende stress is dus dat het immuunsysteem constant “aan” staat. Een immuniteit die constant “aan” staat, heeft weinig tijd voor celvernieuwing daarom is ondersteuning dus van groot belang!

Onderzoek heeft aangetoond dat de gevolgen voor kinderen die opgegroeid zijn met veel stress in hun leven, “Early Life Stress”, groot zijn. Zij ontwikkelen later ziekten en klachten die te maken hebben met een overbelast, ontspoord immuunsysteem en een ongezond darmmicrobioom. Het reduceren van stress is dus een belangrijk onderdeel van het verbeteren van het immuunsysteem. Stressreductie ondersteunen met suppletie van ImmuCell zorgt ervoor dat de cellen van de darmwand en de immuniteit zich kunnen vernieuwen. Ook verbeterde suppletie met nucleotiden de immuunrespons markers in reactie op zware inspanning in koude omstandigheden.

Moedermelk: de beste bron van nucleotiden

Voedingsnucleotiden worden hoofdzakelijk ingenomen als nucleoproteïnen. Nucleoproteïnen zijn verbindingen van nucleïnezuur (DNA of RNA) met proteïnen. Tot de nucleoproteïnen rekenen wij chromatine, bestaande uit DNA en RNA, histonen en zure eiwitten; ribosomen bestaande uit RNA en een aantal eiwitten. In paddenstoelen, gistextract en orgaanvlees bevinden zich ook nucleotiden.

Moedermelk is echter de beste bron van nucleotiden. Daarom is het voor jonge zuigelingen zo belangrijk om gedurende een lange tijd borstvoeding te krijgen. Onderzoek wijst ook uit dat wanneer de baby geen moedermelk krijgt, de flesvoeding het beste verrijkt kan worden met Nucleotiden. Dit omdat koemelk veel te weinig nucleotiden bevat. De verrijking van flesvoeding en nabootsing van de moedermelk heeft het voordeel dat het substraten levert voor de maximale ontwikkeling en herstel van de darmen (J. Nutr. 124:1436S – 1441S, 1994).

De vertering van de nucleoproteïnen

Proteasen zetten de vertering van de nucleoproteïnen in gang en nucleïnezuren ondergaan een gedeeltelijke hydrolyse in de maag. Pancreas nucleasen en foso-esterase verteren deze verder om nucleotiden te krijgen en nucleosiden te produceren. Het meeste DNA en RNA wordt in de darm volledig gehydrolyseerd tot nucleotiden. Alkalische fosfatasen in de enterocyt splitsen de fosfaatgroepen in nucleotiden om nucleosiden te vormen. Nucleosidasen zullen het suikergedeelte loslaten, waarbij de vrije N-basen vrijkomen (Lehninger 1982, Quan et al 1990, Uauy 1989) figuur 1 geeft een overzicht van de vertering van nucleoproteïnen en de absorptie van nucleotiden. Het bewijs suggereert dat een mengsel van nucleosiden en N-basen worden aangeboden aan de enterocyt voor absorptie.

Figuur 1: Vertering van de nucleoproteïne en de absorptie van nucleotiden.

​Een transportstudie met behulp van geëverteerde darmzakken en geïsoleerde geperfundeerde lussen hebben een zeer efficiënt Na+ afhankelijk actief transportsysteem voor nucleosiden aangetoond. Absorbering van meer dan 90% van de ingenomen nucleotiden is aangetoond. Slechts 5% wordt opgenomen in de vorm van intestinale nucleïnezuren en een relatief kleine hoeveelheid is waargenomen in de levercellen. (Jarvis 1989, Saviano en Clifford 1978). De meeste van de geabsorbeerde purines worden afgebroken in urinezuur in de darm. De darm herbergt niet alleen aanzienlijke hoeveelheden N-basen en Nucleosiden, maar oxideert ook de overtollige purines om urinezuur te vormen. (mcGilvery 1983) Dit onderzoek geeft aan dat suppletie met nucleotiden zeer effectief is en dat nucleotiden en dat absorptie van Nucleotiden hoog is.

Wetenschappelijk onderzoek naar suppletie met nucleotiden

Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat diëten zonder nucleotiden, aangevuld met nucleotiden Adenine, Cytosine, Guanine en Uracil de concentratie immunoglobuline verhoogt (Navarro et al., 1996). Toevoeging van gezuiverde nucleotiden aan melkvervangers die pasgeboren stierkalveren voeden en die zijn blootgesteld aan lipopolysaccharide (LPS), zorgde voor hogere gemiddelde IgG-spiegels bij de gesupplementeerde kalveren vergeleken met de kalveren zonder supplement (Oliver et al., 2003). Suppletie met nucleotiden verhoogde ook de stimulatie door lymfocyten van fytohemagglutinine en concanavalin-A bij speenbiggen met respectievelijk 50% en 30% (Zomborsky- Kovacs et al., 1998). Vergelijkbare resultaten werden waargenomen bij uitdagingen door keyhole limpet hemocyanine (KLH) en niet-specifieke T-cel mitogenen bij biggen die gevoed werden met gist RNA (Cameron et al., 2001). 

Varkens met pathogene E. coli infectie werden gevoed met voeding aangevuld met Nupro TM, een gistextract als bron van nucleotiden. De varkens hadden minder diarree, verbeterde gewichtstoename en voederconversie in vergelijking met varkens die het controle dieet zonder NuproTM kregen (Maribo, 2003). Biggen die gevoed werden met een nucleotide verrijkte voeding, beïnvloedde gunstig de genezing van Ulceratieve Ileitis. Ook de daarmee gepaard gaande kleine ulcers in de darmen verdwenen nagenoeg of geheel. De resultaten van deze studies geven aan dat voedingsbronnen van nucleotiden een rol spelen bij de ontwikkeling, instandhouding en verbetering van het immuunsysteem en van het maag-darmstelsel.

Nucleotiden verbeteren de intestinale absorptie van ijzer, beïnvloeden het metabolisme van lipoproteïnen en meervoudig onverzadigde vetzuren, hebben trofische effecten op het darmslijmvlies en de lever en verminderen de incidentie van diarree (Cosgrove, 1998; Schlimme et al., 2000).

Toevoeging van nucleotiden aan hun flesvoeding bij zuigelingen

De fecale flora van zuigelingen die een commerciële melkvoeding met nucleotiden kregen toegediend, had een overwicht aan bifidobacteriën. (Tanaka en Mutai, 1980) In de controlegroep hadden enterobacteriën de overhand in de fecale flora van zuigelingen die commerciële voeding zonder nucleotiden-suppletie kregen. (Uauy, 1994) Nucleotiden wijzigen het type en de groei van de intestinale microflora. In vitro experimenten hebben aangetoond dat toevoeging van nucleotiden aan een minimale cultuur van bifidobacteriën hun groei bevordert. (Tanaka en Mutai 1980) Deze studies suggereren dat suppletie met nucleotiden de microflora in het maag-darmkanaal positief kan beïnvloeden. Dit leidt tot een verlaging van de pH in de maag en belemmering  van de verspreiding van pathogene bacterisoorten. Dit blijkt vooral uit een lager percentage diarree (Yu, 1998).

Suppletie met nucleotiden verhoogde de bacteriële weerstand van muizen die waren geïnoculeerd met Candida albicans. (Fanslow et al., 1988) en Staphylococcus aureus (Kulkarni et al., 1986; Carver, 1994) Intraperitoneale toediening van nucleotiden en nucleosiden verminderde de bacteriële translocatie en het aantal kolonievormende eenheden. Daarnaast verhoogde de overleving van muizen tegen methicilline-resistente S. aureus. (Yamamoto et al., 1997) Daarom zijn nucleotiden in staat de resistentie tegen een breed scala van potentieel ziekteverwekkende bacteriën te verhogen.

De villus en de crypten verbeteren zichtbaar bij suppletie met nucleotiden

Voedingsnucleotiden uit gistextract, toegevoegd aan kalvermelk vervangers, verbeterden de gezondheid van de darmen. Dit blijkt uit betere fecale scores vergeleken met de niet-gesuppleerde controlegroep (Oliver et al., 2002). Bij biggen beschermen concentraties nucleotiden vergelijkbaar als in menselijke melk in het darmlumen tegen een ontstekingsreactie op ischemie-reperfusie (Bustamante et al., 1994). In een onderzoek werden speen ratten twee weken gevoed met hetzij met een nucleotidevrij dieet zonder, hetzij hetzelfde dieet dat isocalorisch werd aangevuld met 0,8% nucleotides. De villus (hoogte), crypten (diepte), totaal eiwit en DNA-gehalte van de proximale darm was hoger bij jonge dieren die nucleotide toegediend kregen in vergelijking met jonge dieren die het nucleotide vrije gezuiverde dieet kregen. De maltase-specifieke activiteit in het slijmvlies in de gehele darm was ook hoger bij de gesupplementeerde dieren. Echter waren de lactase- en sucrase- activiteiten waren minimaal beïnvloed. (Uauy et al. 1990).

Figuur 2: Gezonde Villi en Crypts en aangetaste Villi en Crypts.​

De effecten waren meer uitgesproken in de twaalfvingerige darm en het proximale jejunum. Gelijkwaardige studies met electron microscopy toonden een grotere villus dichtheid en diepere Crypts wanneer zij gesupplementeerd werden met nucleotiden. Hierdoor is een goede invloed op het herstellen van de Tight-Junctions in de darm.

Conclusie

Wetenschappelijk onderzoek bewijst dat toevoeging van nucleotiden absoluut een goed effect heeft op onze immuniteit, maag- darmstelsel en het microbioom. Nucleotiden suppletie is daarom raadzaam bij het Leaky-gut Syndroom, Coeliakie, Crohn, Colitis Ulcerosa, diverticulose/diverticulitis, malabsorptie en postoperatief herstel. Ook is suppletie met nucleotiden zeer gunstig bij kankerpatiënten die bestraald worden en/of chemotherapie krijgen. Dit omdat deze interventies het microbioom verwoest.

Bij het ontstaan en preventie van kanker kan suppletie van nucleotiden een gunstige werking hebben. Dit omdat deficiëntie van nucleotiden het aantal genoommutaties verhoogt in vroege ontwikkelstadia van kanker. Ook worden er in dezelfde vroege stadia een chromosomale instabiliteit gezien die veroorzaakt wordt door stress op de DNA-replicatie. Daarnaast kunnen nucleotiden niet alleen de replicatie stress verhelpen, maar ook DNA-schade en de door kanker drastisch verlaagde transformatie. We benadrukken daarom nogmaals wat suppletie van nucleotiden voor ons kan doen en hoe belangrijk het voorkomen van stress is.

Bij zuigelingen die geen moedermelk krijgen is het toevoegen van nucleotiden aan de flesvoeding een goed idee. Hierdoor kunnen de darmen en het microbioom zich optimaal kunnen ontwikkelen.

Nucleotiden en ziekten

We kunnen daarom bij vele ziekten en klachten denken aan toevoeging van nucleotiden. Naast de hierboven reeds genoemden kan worden gedacht aan auto-immuunziekten, CVS, MS, Alzheimer, dementie, obesitas, diabetes. Maar ook aan eczeem, psoriasis, Leukopenie, ADHD, ADD, autistisch spectrum en vele psychische aandoeningen. De toepassingsgebieden zijn echter veel breder, daar waar een leaky gut en een falend immuunsysteem welke ziekte of klacht veroorzaakt. Wetenschappelijk is bewezen dat suppletie van nucleotiden dus de gezondheid optimaliseert.

Ook heeft suppletie met nucleotiden een gunstig effect bij het voorkomen en verhelpen van schade door het gebruik van pijnstillers zoals NSAID’s, aspirines en ibuprofen. Bij alle bovenstaande problemen worden vaak geheugenstoornissen gezien, focusproblemen en een gevoel van watten in het hoofd. Suppletie van nucleotiden zal ook daarom hier een gunstig effect te zien zijn. Tenslotte helpt het ook sporters en krachttrainers bij o.a. hun prestaties.

Laboratoriumonderzoek

Laboratorium onderzoek kan helderheid geven over wanneer Nucleotiden in te zetten:

• Afwijkende (verhoogde of juist verlaagde) s-IgA waarden (Secretoir immunoglobuline A) in feces;
• Verhoogde Zonuline waarden in feces (duidt op leaky gut, gedegradeerde functie van de tight junctions;
• Verhoogde calprotectine waarden in feces;
• Te hoge waarden voor Alfa-1-antitrypsine;
• Laag aantal leukocyten in bloed;
• Verhoogde anti-transglutaminase anti-gliadine antilichamen in feces en/of bloed.

ImmuCell: een gebalanceerde mix van nucleotiden

ImmuCell bevat een gebalanceerde mix van Nucleotiden met de volgende cofactoren:

• Vitamine B2 (riboflavine-5-fosfaat): houdt de slijmvliezen gezond, beschermt je energiestofwisseling en houdt je energieniveau optimaal. Het beschermt cellen tegen oxidatieve schade, ondersteunt het zenuwstelsel, is goed voor je gezichtsvermogen en je huid. Ook draagt het bij tot de instandhouding van goed functionerende rode bloedcellen.
• Biotine (vitamine B8): draagt bij aan een normale energiestofwisseling, behoudt de normale structuur en functie van de slijmvliezen en is goed voor je concentratie, geheugen en leerprestatie. Ook verbetert het je gemoedstoestand.
• Arabinogalactanen worden uit de natuur gewonnen uit de Acacia Senegal-boom en biedt het hele jaar door een goede immuniteit ondersteuning en is een duurzame optie voor milieubewuste mensen.

Het doseringsadvies van ImmuCell:

• 1 tot 2 capsules per dag innemen met ruim voldoende water, of volgens advies van uw arts of therapeut.

ImmuCell kan heel goed samen worden gebruikt met enkele van onze andere producten:

• Leaky-gut repair caps https://www.orthomoleculairtherapeut.com/product/leakygutrepair-caps/ (Natuurlijk.fit) en/of L-Glutamine, probiotica, FiberSynergy https://www.orthomoleculairtherapeut.com/product/fibersynergy-1000mg-caps-baobab-acacia-2/ (Natuurlijk.fit)

En afhankelijk van (darm)ontstekingen:

• Relevium AcuJoint (Lipolife) https://www.orthomoleculairtherapeut.com/product/relevium-acujoint-met-boswellia-en-curcuma/ en Omega V3 (Lipolife): een krachtige combinatie welke prostaglandine synthese remt, COX en LOX remming.

Contra-indicaties:

• Jicht: i.v.m. purines dit product niet gebruiken.
• Bij gebruik van immunosuppressiva: dit product niet gebruiken i.v.m. immuun stimulerende effect van ImmuCell